Hoe cricket werkt: bowling en batting
De meeste mensen weten dat cricket een balsport is, maar daarbij houdt het zo ongeveer op. Die balsport wordt gespeeld op een ovaal veld, afgebakend door een dik touw. Het midden van dit veld is de pitch, omzoomd door houten constructies die wickets worden genoemd. Tijdens een cricketmatch mogen de teams afwisselend gooien (‘bowling’) en slaan met een ‘bat’ (‘batting’). Punten scoor je door de bal te slaan en naar de wicket van de tegenpartij te lopen (dit is een ‘run’). Als je erin slaagt om de bal op zo’n manier te meppen dat hij het veld uitvliegt zonder de grond te raken, scoor je 6 runs.
Wie staat er allemaal op zo’n cricketveld?
Cricket is echter niet zo eenvoudig als hierboven beschreven. Er zijn namelijk tal van regels en rollen waarmee je rekening moet houden. Zo is er een gehandschoende wicketkeeper in het spel, die je kunt vergelijken met de catcher bij honkbal. Zijn taak is om de ballen te vangen die de batman (de slagman) passeren. Daarnaast speelt onder meer de bowler een cruciale rol: hij gooit de bal pijlsnel naar de slagman.
De voordelen van cricket
Cricket lijkt misschien ingewikkeld, maar de voordelen die eraan verbonden zijn, zijn heel eenvoudig:
- Je vergroot je uithoudingsvermogen door continu heen-en-weer te rennen op het veld.
- Als bowler verbeter je je coördinatie door de bal heel precies te gooien.
- Je zet je spieren aan het werk door de bal te slaan, te vangen en achterna te lopen.
- Je wordt een echte teamplayer: cricketmatchen duren algauw meerdere uren en die zijn allemaal gevuld met teamwerk (strategieën bepalen, samenwerken om te winnen, maar ook … leren verliezen).
