Basic yoga oefeningen voor beginners
Namasté Mudra: beginnen doe je steeds met het respectgebaar Namasté. Dit gebaar betekent: ik buig voor jou. Het is een bekend Hindoeïstisch gebaar om elkaar te groeten en respect te tonen. Ga rechtop staan met je benen bij elkaar. Breng je armen omhoog, buig ze bij de ellebogen en laat deze naar buiten wijzen. Laat je handpalmen tegen elkaar rusten ter hoogte van de borst (je vingers wijzen omhoog) en let op dat je onderarmen parallel zijn met de grond.
Sanavana-houding: dit is de gemakkelijkste yoga oefening waarbij je met je rug plat op de grond ligt, je handen naast je met de handpalmen naar boven. Spreid je benen een klein beetje en zorg dat je hele lichaam de grond raakt. Haal tijdens deze yoga oefening rustig adem en probeer je bewust te zijn van je lichaam dat de grond raakt. Deze ontspannende oefening herhaal je tussen de verschillende yoga oefeningen voor beginners om de positieve effecten van de verschillende oefeningen te voelen.
Padmasana-houding: deze yoga oefening wordt ook wel de lotus-houding genoemd. Je zal deze houding waarschijnlijk kennen als “kleermakerszit”. Probeer tijdens deze oefeningje rug zo recht mogelijk te houden!
Maanhouding: deze yoga oefening behoort tot de vajrasana serie en is een zeer ontspannende oefening door de evenwichtige houding die je aanneemt. Ga tijdens deze yoga oefening voor beginners op je knieën zitten. Rust met je zitvlak op je hielen en buig met je romp voorwaarts, breng het hoofd mee naar beneden. Belangrijk is dat je met je voorhoofd de grond raakt. Strek vervolgens je armen voorbij je hoofd en plaats je handpalmpen op de grond.
Vajrasana-houding: deze yoga oefening wordt vaak gebruikt bij het mediteren. Je moet met je knieën op de grond gaan zitten en je rug recht houden. Plaats vervolgens je handen op je schoot en haal rustig adem.
Ustrasana-houding: Deze laatste yoga oefening wordt ook wel de kameel genoemd. De oefening is goed voor je longen, rug en wervelkolom. Ga op je knieën zitten, met je onderbenen een heupbreedte uit elkaar. Plaats je handpalmen in je onderrug en leun zover mogelijk achterover. Laat je hoofd goed naar achteren zakken en duw je borst naar voren. Zorg dat je bovenbenen recht blijven en trek je schouders en ellebogen naar elkaar toe.
