Wat is intervaltraining?
Intervaltraining gaat uit van het principe dat niet de afstand van belang is, maar wel de kwaliteit van je looptraining. Intervaltraining bestaat uit verschillende tempoblokken: versnellen, recuperatie en regelmatig lopen. Belangrijk is dat je een groot tempoverschil creëert tussen de versnellingen en de rustperiodes, want anders mist de training z’n effect. Versnellen doe je dus tegen een hoog tempo, terwijl je het er echt van mag nemen tijdens de rustperiodes.
Iedereen – van beginner tot ervaren afstandsloper – kan intervaltraining doen en op die manier z’n uithoudingsvermogen verbeteren. Het doel bestaat erin om je maximale aerobe snelheid (MAS) te verhogen. Dat is de maximumsnelheid die je haalt zonder dat je spieren verzuren. Hoe hoger je MAS, hoe beter je uithoudingsvermogen en hoe beter je zware inspanningen aankunt?
De troeven van intervaltraining
Intervaltraining wordt niet voor niets veel gebruikt door lopers van divers pluimage. Dit zijn de voornaamste troeven:
- Het verbetert je uithoudingsvermogen.
- Je ontwikkelt snelle spiervezels en nieuwe spiercellen.
- De kwaliteit van je spierweefsel verbetert.
- Je haalt energie uit je vetweefsel waardoor je gewicht verliest (vaarwel buikvet).
- Je hart- en longfunctie gaan erop vooruit.
Bijkomend voordeel van intervaltraining: als je op de juiste manier te werk gaat, boek je snel resultaat. Je hartslag meten is een must!
Welke training kiezen?
De invulling van de training kies je volledig zelf. Je doet er goed aan om een schema uit te werken (eventueel in overleg met een coach) dat volledig is afgestemd op je loopprofiel en je doelstellingen. Als je net begint, kun je bijvoorbeeld 3 x 10 minuten voorzien en het ritme wekelijks opdrijven. Op die manier boek je de beste resultaten, haal je voldoening uit je intervaltraining en zal je ze lang volhouden.