Spieren die je gebruikt tijdens het langlaufen
Tijdens het langlaufen – op vlak terrein of op lichte hellingen – gebruik je spieren die je anders niet meteen aanspreekt: de spieren in je rug, je schouders en je armen. (Dat merk je de dag erna wel, zeker als je niet geoefend bent.) Hoewel nordic walking een prima training vormt, nodigt het niet uit tot de veelheid aan bewegingen die langlauf je wél garandeert. Nordic walkers gebruiken voornamelijk hun armen intensief. Als je je nordicwalking–stokken correct hanteert, stuw je er je hele lichaam mee vooruit en stimuleer je voornamelijk je triceps.
Nordic walking: niet te belastend voor je lichaam
Niet iedereen wil sporten om een lijf te krijgen dat bulkt van de spieren. Een conditie opbouwen is ook belangrijk. Soms volstaat het zelfs om te bewegen zonder je lichaam te belasten, bijvoorbeeld na een blessure. Langlaufen is een zogenaamde lage-impactsport, die de spieren en gewrichten helpt versterken, zonder ze evenwel te forceren. Toch doet nordic walking het op dit vlak dan weer iets beter. Door de rotatie van de rug maakt deze sport je rug namelijk flexibeler, terwijl ze ook de spanning in schouders en nek doet afnemen.
Vet verbranden: wat is de beste keuze?
Is je voornaamste sportdoel zo veel mogelijk calorieën en vet verbranden? Dan ben je meer gebaat bij langlaufen dan bij nordic walking. Of je nu semiprofessioneel langlauft of recreatief, je verbrandt heel wat calorieën door op de latten te gaan staan. Hoewel nordic walking natuurlijk gezond is, verbruik je bij het beoefenen van die sport maar 20% meer calorieën dan wanneer je op een normaal tempo zou wandelen – en dus minder dan tijdens het langlaufen.