Touwtje springen: enkele praktische tips
Voordat je begint te springen aan een razend tempo, is het belangrijk dat je de juiste schoenen aantrekt. Namelijk schoenen die de schokken op de grond goed kunnen opvangen. Denk ook even na over de plaats waar je gaat touwspringen. Een harde ondergrond zoals beton of tegels vermijd je best. Zachte ondergronden als tapijt of gazon zijn veel beter geschikt om te oefenen.
Verleen ook voldoende aandacht aan de lengte van het touw. Om de juiste lengte te bepalen, zet je je voeten in het midden van het touw en zorg je ervoor dat de handgrepen tot op de hoogte van je oksels komen.
De juiste schoenen aan, je staat op een zachte ondergrond en je touw heeft de juiste lengte? Dan kan je eraan beginnen! Houd bij het springen altijd een rechte rug. Kijk niet naar je voeten, maar fixeer je in plaats daarvan op een punt voor je. Spring steeds op je tenen en beweeg het koord enkel met je polsen.
Touwtje springen voor beginners
Net zoals dat voor andere sporten belangrijk is, mag je ook bij touwtje springen het opwarmen niet overslaan. Dat doe je door een aantal keer te springen zonder touw en door je armen goed te strekken en te draaien.
Eenmaal opgewarmd, kan het echte werk beginnen! Touwtje springen is een zeer intensieve sport, en we raden je dan ook aan om in het begin niet meer dan 10 minuten per sessie en drie keer per week te oefenen. Je kan daarbij te werk gaan in fases, waarbij je bijvoorbeeld begint met telkens 15 seconden springen en 20 seconden te rusten. Vergeet niet om je na je sessie nog eens goed te rekken.
Touwtje springen voor gevorderden
Na enkele weken, van zodra je je meer op je gemak voelt bij het springen en wanneer je niet meer naar je voeten kijkt, kan je stelselmatig de rustperiodes afbouwen. Daarnaast kan je ook enkele nieuwe bewegingen in je sessies integreren:
- Spring afwisselend op de ene en op de andere voet.
- Kruis je armen en probeer op die manier te springen.
- Zet je voeten een beetje uit elkaar bij het springen in plaats van ze bij elkaar te houden.
- Doe een slalom: zet je voeten een beetje naar links bij de eerste sprong en een beetje naar rechts bij de volgende sprong.
- Draai het touw twee keer onder je voeten bij elke sprong in plaats van één keer.