Algemene squash regels
Squash wordt steeds met twee spelers gespeeld in een ruimte omgeven door vier muren. De spelers slaan de bal om de beurt tegen de voormuur, direct of indirect via de zijmuur. Wanneer de bal terugkaatst, mag deze niet meer dan één keer botsen voordat de andere speler tegen de bal slaat. De speler mag de bal wel volleren, dat wil zeggen tegen de bal slaan zonder het te laten te botsen. Tegen de muren van het speelveld zijn rode uitlijnen aangebracht, de bal mag de muren niet boven deze lijnen raken. Ook onder de “tin” mag de muur niet geraakt worden. Let op: anders dan bij tennis is een bal uit, wanneer hij een lijn raakt!
Service-regels squash
De serveerder mag bij de eerste servicebeurt kiezen vanuit welk servicevak hij serveert. Als hij vervolgens de rally wint, moet hij vanuit het andere servicevak serveren. Dit gaat zo door tot de serveerder een rally verliest. Zodra de serveerder de rally verliest, mag de andere speler kiezen waar de servicebeurt te beginnen.
Bij de service moet de serveerder met één voet in het servicevak staan. Deze voet moet binnen de lijnen staan en mag ze niet raken. Tijdens de service moet de bal zo gespeeld worden dat deze rechtstreeks de voormuur raakt tussen de servicelijn, dat is de middelste rode lijn, en de bovenste uitlijn. Vervolgens moet de bal in de helft van het speelveld van de tegenstander terecht komen, achter de rode dwarslijn. Let ook hier op: er bestaat niet zoals bij tennis een herkansing voor een foute service, de beurt gaat gewoon over naar de andere speler!
Squash regels puntentelling
Ook bij de puntentelling verschilt squash van tennis. In elke squash-rally wordt een punt gescoord, ongeacht of die gemaakt wordt door de serveerder of door de ontvanger. Als je als eerste elf punten scoort met twee punten verschil, win je de game. Diegene die als eerste drie games wint, wint de wedstrijd.
